Continuer vers contenu

Mangaangebreks- en vergiftigingsverschijnselen bij land- en tuinbouwgewassen / Symptômes de carence et de toxicité en manganèse chez les plantes agricoles et horticoles

Van het jaar 1952 af werd door de Bodemkundige Dienst van België een uitgebreid opzoekingswerk op gebied van sporenelementen in de Belgische bodem begonnen, en dit met steun van het Instituut tot Aanmoediging van het Wetenschappelijk Onderzoek in Nijverheid en Landbouw (I.W.O.N.L.) te Brussel. Als eerste element werd mangaan onderzocht. Alle huidige opzoekers zijn het er nagenoeg over eens dat mangaan een onontbeerlijk element is voor plant, dier en mens. Mangaan is niet enkel van belang voor de groei van hogere planten, maar ook voor schimmels en bacteriën. Mangaan heeft een belangrijke rol te vervullen in verband met de ademhaling, de CO2-assimilatie en de nitraatreduktie in de planten. In deze verrichtingen komt mangaan tussen als katalysator. Een groot aantal enzymen van de plant bevatten immers mangaan als onmisbaar bestanddeel. De funktie van mangaan als bestanddeel van het redoxsysteem van de enzymen vindt, evenals voor ijzer, zijn oorsprong en verklaring in het feit van de wisselende waardigheid Mn++ <-> Mn++++. De invloed van mangaan op de fotosynthese is niet alleen een gevolg van de werking van mangaanhoudende enzymen, maar is eveneens te wijten aan het feit dat mangaan een rol speelt bij de opbouw van chlorofiel. Vandaar dat mangaangebrek dan ook steeds overeenkomt met minder chlorofiel en dus een chlorose veroorzaakt bij de planten.
Auteur(s):
Stenuit D., Piot R.
Nombre de pages:
Date de parution:
1960
Downloaden