De Bodemkundige Dienst in de Provincie Antwerpen

Een nieuwigheid, die thans in de landbouwpractijk doordringt, is het bodemonderzoek. De grondbewerking gaat daardoor resoluut den weg op van een beredeneerde, rationeele bebouwing, waarin zoo weinig mogelijk overgelaten wordt aan gissingen en gewoonte. De ervaring, zoowel in het laboratorium als op het veld, heeft op weinige jaren het nut, ja de noodzakelijkheid aangetoond van het bodemkundig onderzoek. Wie er nog aan twijfelt, bestudeere de analyseresultaten en ondervrage de landbouwers, die de bemestingsadviezen, gesteund op analysegegevens, gevolgd hebben. Wij hebben, in de provincie Antwerpen practisch vier landbouwstreken: 1° De POLDERS met kleigrond, langs de Schelde, in de Noord-Westhoek der provincie; 2° De ZANDSTREEK rond Mechelen en Lier, met uitgebreide cultures van groenten en vroege aardappelen; 3° De NOORDERKEMPEN, langs de Hollandsche grens, met vele pas ontgonnen gronden, waar in meerdere gemeenten gansch het boerenbedrijf op de veeteelt en het fokwezen gericht is; 4° De ZUIDER- EN MIDDENKEMPEN met Geel en Herentals als middelpunten. De gronden zijn hier in 't algemeen reeds langer in cultuur en de bedrijven van minderen omvang dan in de Noorderkempen. De veeuitbating is belangrijk, alhoewel er minder aan opfokken gedaan wordt. Het bodemonderzoek bracht voor deze streken merkelijke verschillen naar voren voor wat aangaat natuurlijke vruchtbaarheid van den grond en behoeften aan meststoffen. Om deze redenen werden in deze brochure, de analyseresultaten zooveel mogelijk samengebracht per landbouwstreek en per gemeente. Uitdrukkelijk wordt er nochtans op gewezen dat het niet opgaat uit de gemiddelde ontledingscijfers van een streek, gevolgtrekkingen te maken over de meststoffenbehoefte der gronden van een bepaalde gemeente uit die streek. Evenmin is het aanvaardbaar uit de gegevens van een gemeente, gevolgtrekkingen te maken voor een bepaald bedrijf van dit dorp. Het verschil tusschen de perceelen van een bedrijf is dikwijls zoo groot, dat het onderzoek van het perceel zelf noodig is om de meststoffenbehoefte van het perceel te kennen en te weten onder welken vorm de meststoffen moeten toegediend worden. De factor "grond" waarvan niemand de beteekenis onderschat, is zulk ingewikkeld complex en vertoont zulke groote verscheidenheid, dat daar, waar het bodemonderzoek achterwege blijft, missingen niet uitblijven kunnen ten nadeele van de opbrengst en de rendabiliteit. In veel gevallen is zelf een onderzoek van den ondergrond gewenscht of noodig. Deze brochure heeft voor doel: - De boeren te overtuigen van het groot belang van het grondonderzoek; - De staalnemers documentatiemateriaal te bezorgen voor propaganda en voorlichting; - De landbouwleeraars juiste gegevens te verschaffen over onze landbouwgronden om het onderwijs in bemestingsleer te kunnen aanpassen aan de werkelijke toestanden.