De evolutie der bodemkunde

De schrijver behandelt de verschillende tijdperken der bodemstudie vanaf de verschijning der scheikundige meststoffen tot de theoretische studies der verschillende groeifactoren en der bodemelementen. Hij komt aldus tot de practische onderzoekingen die de landbouwers rechtstreeks nuttig zijn, nl. de regelmatige bepaling van de behoeften aan kalk en aan meststoffen. De bodemanalyse werd in België ingevoerd enkele jaren vóór de oorlog door het Bodemkundig Station van de Universiteit te Leuven, dat door zijn opzoekingen de grondslag heeft gelegd van het bodemonderzoek in Belgisch Congo en van de practische bodemanalyse in België door proefvelden, wetenschappelijk aangelegd en van nabij gevolgd in de laboratoria. Dit werk gaf aanleiding tot het ontstaan van de Bodemkundige Dienst van België. Deze houdt zich hoofdzakelijk bezig met de practische bepaling der verschillende bodemelementen, voornamelijk de behoefte aan kalk en meststoffen, daar het van het grootste belang is voor de landbouwers hierover ingelicht te worden. Dit werk is van zeer groot economisch belang: het heeft als resultaten de rationele aanwending der meststoffen, het voorkomen van oogstmislukkingen en in het algemeen verhoging der productie. In 1947 was het mogelijk 25.000 monsters te ontleden en alles laat voorzien, dat dit aantal gedurende dit jaar in belangrijke mate zal toenemen; dit bewijst voldoende, dat in België een strekking tot rationalisatie van de land- en tuinbouw tot uiting komt, wat onze landbouweconomie slechts ten goede kan komen.