DRIP bodemsensoren
Bodemsensoren verzamelen bodemvochtdata over een perceel en kunnen zo een meerwaarde betekenen in de besluitvorming bij de planning van irrigatie. Binnen het LA-traject DRIP ‘Datagedreven regeling van druppelirrigatie voor een duurzame productie in de tuinbouw’ werd een draaiboek uitgewerkt voor het gebruik van bodemvochtsensoren met draadloze internetkoppeling. De uitgewerkte opstelling maakt het mogelijk om het gekalibreerde bodemvochtgehalte in realtime op te volgen in een online platform, waar ook drempelwaarden worden weergegeven ter interpretatie van het bodemvochtgehalte.
Beschikbare bundels
Optie 1 – Sensorplaatsing en kalibratie: We komen bij jou langs voor de sensorplaatsing en kalibratie van het bodemvochtstation.
Optie 2 – irrigatiesturing + sensorplaatsing en kalibratie: Je ontvangt wekelijks irrigatieadvies, we komen bij jou langs voor de sensorplaatsing en kalibratie van het bodemvochtstation.
Sensoren en opstelling
De sensormodule bestaat uit
- 3 TEROS 10-bodemvochtsensoren: met 3 sensoren kan de sensormodule een grotere zone beschrijven. De meetwaarden van de afzonderlijke sensoren worden gecombineerd in één curve op het platform
- gekoppeld aan een Internet-of-Things (IoT) module: deze zendt de sensordata in real time door naar het online platform, waar je de sensordata kan raadplegen.
Op minimum 2 tijdstippen per jaar zal bovendien een staalnemer langskomen om bodemvochtstalen te nemen waarmee de sensorewaarde gekalibreerd wordt.
De sensoropstelling bij boomgaarden en akkers is licht verschillend:
- In een boomgaard worden de drie bodemvochtsensoren elk op 15 cm diepte op 15 cm van de boom in de grond gestoken. De drie sensoren worden in dezelfde bomenrij op 1,5 m afstand van elkaar geplaatst. De sensoren zijn via kabels aan de communicatiemodule verbonden. Deze module wordt op ca. 1 m boven de grond op paaltjes of aan de reeds aanwezige draden in de bomenrij geïnstalleerd. Om de kabels te beschermen wordt onder de module een buis geplaatst waar ze door lopen en vervolgens ondergronds verdergaan tot aan de sensoren.
- Op een akker worden de drie bodemvochtsensoren elk op 15 cm diepte op 12 cm van het gewas in de bodem gestoken. De drie sensoren worden op een onderlinge afstand van 1,5 m geïnstalleerd met niet alle drie sensoren in éénzelfde plantenrij. De sensoren zijn via kabels aan de communicatiemodule verbonden. Deze wordt op ca. 40 cm boven de grond op paaltjes geïnstalleerd.
Waar installeren op je perceel?
Als landbouwer kan je zelf aangeven in welke zone van het perceel je de module wenst te installeren op basis van jouw praktijkervaring. Je kan ervoor kiezen om deze in een representatieve zone van het perceel te installeren, maar ook een eerder natte of droge zone is mogelijk, afhankelijk van jouw eigen voorkeur. Indien gewenst, kunnen we ook beroep doen op bijvoorbeeld de bodemkaart of satellietbeelden om een geschikte locatie te helpen selecteren, dit hoef je dan enkel op voorhand even aan te geven.
Hoe wordt het bodemvochtgehalte van mijn perceel weergegeven?
Eenmaal de sensormodule geïnstalleerd is in jouw perceel zal de data spoedig raadpleegbaar zijn in het online platform. Een voorbeeld van de weergave van de sensordata is hieronder afgebeeld.
De gekalibreerde sensormeting die hieruit volgt wordt op het platform afgebeeld als de zwarte curve. De bodemvochtstalen worden weergegeven als zwarte bolletjes.
Éénmalig zal ook de pF-curve van de bodem bepaald worden. Aan de hand hiervan zal een inschatting van de veldcapaciteit (groene lijn) en de kritische drempelwaarde (rode lijn) weergegeven worden. De kritische drempelwaarde wordt op het platform vast ingesteld op een pF-waarde van 2,7. Bij deze waarde wordt een productieverlies ten gevolge van droogte verwacht. Deze kritische drempelwaarde is echter afhankelijk van de teelt en het groeistadium en de waterbeschikbaarheid in jouw regio:
- Peer: Bij perenteelt is dit een goede interventiedrempel gedurende bloei, celdeling en celstrekking. In de praktijk wordt geregeld zelfs wat natter dan deze waarde gehanteerd. Tijdens de vegetatieve ontwikkeling daarentegen mag het vochtgehalte eerder wat lager zakken dan deze drempelwaarde.
- Aardappel: pF 2,7 is bij aardappelteelt een goede interventiedrempel gedurende stolonisatie en knoldikking. Gedurende opkomst en afrijping mag het vochtgehalte eerder wat lager zakken dan deze drempelwaarde.
- Prei: Gedurende planting/aanslag, dikking en einde dikking van de prei is pF 2,7 een goede interventiedrempel voor irrigatie. Tijdens de trage groei kan je het vochtgehalte wat meer laten zakken.
- Selder: Na planten wordt beter wat natter dan deze drempelwaarde aangehouden, maar gedurende loofontwikkeling en volle knoldikking mag het vochtgehalte wat lager zakken. Tijdens de aanvang van de knoldikking is pF 2,7 goede interventiedrempel.
- Sla: pF 2,7 is een geschikte interventiedrempel.
- Ui: Gedurende de opkomst is pF 2,7 een goede interventiedrempel, maar tijdens de ontwikkeling en groei mag het wat natter zijn. Aan het einde van de ontwikkeling mag het vochtgehalte eerder wat lager zakken dan deze drempelwaarde.
- Witloof: pF 2,7 is een geschikte interventiedrempel.
Voorspelling van het bodemvochtgehalte
De real time weergave van het bodemvochtgehalte van jouw perceel kan ook gecombineerd worden met irrigatieadvies van een consulent van de Bodemkundige Dienst van België. Je ontvangt wekelijks irrigatieadvies en omdat we zo bijkomende info hebben inzake o.a. plantdatum, irrigatiebeurten, gewasontwikkeling ... is het ook mogelijk een voorspelling van het verloop van het bodemvochtgehalte toe te voegen aan de sensormetingen in het platform.
Hoe gaan we te werk bij de weergave van een voorspelling op het platform?
- Kalibratie van de sensordata: Gedurende het DRIP-project werd er data verzameld over een uitgebreide range. 2021 was een nat jaar, 2022 was erg droog en 2023 was een gemengd jaar. De verzamelde data waarover we hier spreken zijn bodemvochtstalen die vergeleken worden met de meetwaarden van de sensoren. Tussen de stalen en de sensordata is er een sterke correlatie, waardoor er een goede kalibratiecurve opgesteld kan worden. De onderschatting van het bodemvocht die vermeld werd in het onderdeel ‘Hoe wordt het bodemvochtgehalte van mijn perceel weergegeven?’ wordt opgevangen door gebruik te maken van deze kalibratiecurve. Na deze algemene kalibratie zouden er evenveel sensoren het bodemvocht onderschatten als overschatten. Met behulp van bodemvochtstalen zal dan nog per veld bijgestuurd worden.
- Vervolgens worden de sensormetingen gekoppeld aan een bodemwaterbalansmodel dat het verloop van het bodemvochtgehalte zal simuleren. De parameters van dit bodemwaterbalansmodel worden geschat a.d.h.v. sensordata en weersvoorspellingen.
Een voorbeeld van sensordata inclusief een bodemvochtvoorspelling wordt hieronder afgebeeld:
Waarom kiezen voor onze service?
- We voorzien een kalibratie van jouw sensordata. Meer informatie hierover vind je bij het onderdeel 'Voorspelling van het bodemvochtgehalte'.
- Op het platform worden perceelspecifieke drempelwaarden weergegeven, nl. de veldcapaciteit en kritische drempelwaarde, wat jou kan helpen met de inschatting van het vochtgehalte van jouw perceel. Meer uitleg hierover kan je terugvinden in het onderdeel: ‘Hoe wordt het bodemvochtgehalte van mijn perceel weergegeven?’.
- We trachten de gebruiker zo veel mogelijk ontlasten: wij komen sensor installeren op jouw perceel. De staalname voor kalibratie van de sensordata regelen wij ook voor jou.
- Het is mogelijk om een 10-daagse bodemvochtvoorspelling toe te voegen aan jouw sensordata.
Hoe kan ik mijn sensordata raadplegen?
Doorheen het groeiseizoen kan je jouw sensordata eenvoudig raadplegen op jouw persoonlijke account op het online platform met behulp van jouw klantnummer en wachtwoord van bdbnet. Is dit het eerste groeiseizoen dat je gebruik maakt van de sensormodule? Volg dan volgende stappen voor registratie op het online platform:
- Maak een account aan op BDBnet. Het emailadres en paswoord dat je wenst te gebruiken voor deze account kan je vrij kiezen.
- Eenmaal aangemeld, maak je een bedrijf aan. Hiervoor heb je jouw klantennummer nodig en een analysenummer.
- Na vervolledigen van stap 1 en 2 kan je jouw sensordata steeds raadplegen via deze link. Je kan inloggen met behulp van jouw klantnummer en jouw paswoord van BDBnet. Ook volgende groeiseizoenen kan je jouw data raadplegen via deze account.
Meer info en voorwaarden
Heb je interesse om aan de slag te gaan met een sensormodule? Wil je graag wat meer informatie over hoe we te werk gaan, of wat de prijzen zijn hiervoor? Aarzel dan niet om contact op te nemen met een van onderstaande projectpartners:
- Bodemkundige Dienst van België: Pieter Janssens (pjanssens@bdb.be), Eveline Baens (ebaens@bdb.be)
- Viaverda vzw: Anne Waverijn (anne.waverijn@viaverda.be / 09 331 60 87)
- Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant vzw: Evi Matthyssen (evi.matthyssen@vlaamsbrabant.be)
Dit onderzoek werd uitgevoerd in het kader van het LA-traject DRIP ‘Datagedreven regeling van druppelirrigatie voor een duurzame productie in de tuinbouw’, met steun van het Agentschap Innoveren & Ondernemen. De projectpartners zijn Bodemkundige Dienst van België (BDB), KU Leuven, Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW), Viaverda en Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant.