Niet-kerende grondbewerking op lange termijn
Context
Niet-kerende grondbewerking kent wereldwijd een enorme opgang en daarnaast is het ook één van de maatregelen die een landbouwer kan uitvoeren op percelen met een hoge of zeer hoge erosiegevoeligheid. Na afloop van het project ‘Bodembreed’ besloten de Bodemkundige Dienst van België vzw en de Provincie Vlaams-Brabant om verschillende percelen in de regio rond Leuven en de regio rond Galmaarden de bodemkwaliteit en productie onder niet-kerende grondbewerking verder op te volgen. De percelen rond Leuven worden sinds 2001-2004 gedeeltelijk niet-kerend bewerkt, de percelen rond Galmaarden sinds 2010-2013.
Doel
Door op een perceel zowel een kerende als een niet-kerende bewerking toe te passen, kan het effect van een verschillende bodembewerking worden nagegaan, aangezien de overige parameters constant blijven. Er wordt getracht antwoorden te bieden op vragen omtrent gewasproductie (opbrengsten van verschillende teelten, gewaskwaliteit …) en bodemkwaliteit (bodemdichtheid, koolstofgehalte, bodemleven, bemesting …). Om hierop onderbouwde antwoorden te formuleren is onderzoek nodig over verschillende jaren op verschillende percelen. Op die manier kunnen de gevolgen van niet-kerende bodembewerking worden opgevolgd op percelen met een verschillende voorgeschiedenis, teeltrotatie en beheer onder verschillende weersomstandigheden.
Aanpak
- De volledige percelen worden uniform behandeld door de landbouwers, hetzelfde gewas wordt over het hele perceel geteeld. De teeltrotatie wordt door de landbouwers zelf bepaald. Ook de bemesting wordt gelijk gehouden voor de verschillende bewerkingen.
- Naast de kerende bewerking die dienstdoet als referentie, wordt een niet-kerende bewerking uitgevoerd, op sommige percelen worden twee stroken niet-kerend aangelegd: een ondiepe en een diepe bewerking (ca. 15 en 30 cm).
- Op basis van de resultaten van voorgaande jaren en in overleg met de landbouwers wordt bepaald op welke parameters dat jaar onderzoek worden gedaan. O.a. volgende parameters worden onderzocht: Stikstof, koolstof, bodemleven, bodemstructuur, opkomst van het gewas, opbrengst van het gewas, kwaliteit van het gewas.
- Doorheen het seizoen worden van de verschillende parameters stalen genomen van de verschillende bewerkingen. Op het einde worden de bewerkingen afzonderlijk geoogst waardoor er een inschatting gemaakt kan worden van de productie van de verschillende behandelingen. De resultaten van de onderzochte percelen worden gebundeld en geanalyseerd om na te gaan of er positieve of negatieve gevolgen zijn van niet-kerende bodembewerking.
Één van de percelen maakte deel uit van het VLAIO LA-traject ‘Voorkomen en remediëren van bodemverdichting’. Hierover werd een artikel geschreven.
Financiering: Provincie Vlaams-Brabant
Projectperiode: loopt sinds 2010
Contact: Aster De Vroe (adevroe@bdb.be)