Milieudoosje kippenren
Vlaanderen geraakt meer en meer bebouwd, soms ook op plaatsen waar voordien vervuilende industrie of afvaldepots waren. Het bewustzijn over milieuverontreiniging en specifiek bodemverontreiniging groeit met de jaren, want vervuiling kan ook indirect je lichaam binnendringen, bijvoorbeeld via de eieren van de kippen uit je tuin. Daarom lanceerde de Bodemkundige Dienst van België het milieudoosje voor een kippenren. Hiermee kan u op een eenvoudige manier nagaan of het veilig is om de eieren van de kippen in je tuin te consumeren.
Wat bevat jouw doosje?
- Een pot om je grondstaal correct te bewaren
- Een gefrankeerde doos om je staal gratis te verzenden (enkel in België van toepassing)
- Een vragenlijst voor advies op maat
- Een boekje met meer informatie
- Hoe een grondstaal nemen?
- Het belang van een gezonde grond
- Oorzaken en gevolgen van verontreiniging
Wat onderzoeken we?
We onderzoeken het gehalte aan PCB’s in je kippenren. PCB (polychloorbifenyl) is een groep van organische stoffen die zeer stabiel zijn en daarom lang in het milieu aanwezig blijven. Een beperkt aantal leden van de PCB-familie (11 leden) heeft giftige eigenschappen vergelijkbaar met dioxine. Doordat PCB’s zo moeilijk afbreekbaar zijn en goed oplosbaar zijn in olie en vet, hopen ze zich na consumptie op in het vetweefsel van dieren en mensen. Optioneel bieden we ook een supplement 'Pakket PFAS 36 verbindingen' aan.
Deze screening is niet van toepassing op asbestverdacht of -houdende grond. Daarvoor verwijzen we naar deze pagina.
Wat kan je doen met je verslag?
Na ongeveer twee weken ontvang je een uitgebreid analyseverslag van je bodem. Wij vragen u ook om een vragenlijst in te vullen om een gepersonaliseerd advies voor uw tuin te kunnen opstellen.
Uitleenadressen staalnameboren
Een representatief bodemstaal kan je ook met een eenvoudig tuinschopje nemen, maar desgewenst kunt u een speciale grondboor uitlenen.
Meer BDB Doosjes
pF-curve of bodemvochtretentiekarakteristiek
De hoeveelheid bodemvocht die beschikbaar is voor een plant wordt bepaald door drie bodemkarakteristieken: de doorwortelbaarheid, de mogelijke capillaire nalevering uit de ondergrond, en in het bijzonder de bodemvochtretentiekarakteristiek. De vochtretentiecurve, of ook pF-curve, duidt het verband aan tussen het bodemvochtgehalte en de zuigspanning (of ook bodemwaterpotentiaal) van de bodem.